top of page

Midas, de koning van Phrygië

  • Foto van schrijver: Miki Rigutto
    Miki Rigutto
  • 13 dec 2015
  • 3 minuten om te lezen

Koning Midas, de koning van Phrygië, was misschien niet de slimste man op aarde, hij was wel altijd erg gastvrij. Iedereen die bij hem onderdak vroeg kreeg een warm onthaal: een zacht bed, lekker eten, mooie vrouwen, wat de gast maar wou. Ook de wijngod Dionysus had op één van zijn reizen een poosje bij de koning gelogeerd en kennisgemaakt met diens gastvrijheid. Als beloning mocht Midas een wens doen van Dionysus.

Midas hoefde zich niet lang te bedenken: hij wenste dat alles wat hij aanraakte zou veranderen in goud! Dionysus was niet zo gelukkig met deze wens, hij zag dat er problemen van zouden komen. "Denk er nog eens over na, zei hij, weet je echt niets beters te wensen?" "Nee," zei Midas, ", dit is een prachtige wens, ik mocht toch alles wensen, je hebt het beloofd!" "Nou, vooruit dan maar." zei Dionysos. En het gebeurde zoals de koning gewenst had: alles wat hij aanraakte veranderde in goud: zijn tafels, zijn stoelen, de muren van zijn paleis, de kruiken, de schotels.

De koning vond het schitterend. Toen hij honger kreeg riep hij een slaaf om hem wat te eten te brengen. De slaaf bracht een paar vijgen. Op het moment dat de koning ze oppakte, veranderden de vijgen echter in klompen goud! En hetzelfde gebeurde toen de koning een slok wijn wilde nemen, in zijn mond veranderde de wijn op slag in vloeibaar goud! Bah! Midas spuugde het goud snel weer uit.

Nog voor de avond was gevallen had de hebzuchtige koning vreselijke spijt van zijn wens. Hij smeekte Dionysos de wens te laten stoppen, voordat hij van honger en dorst zou omkomen. "Goed dan," zei Dionysos, "was je in de rivier de Pactolus en je bent genezen." Zo gebeurde het, de koning waste zich in de rivier en alles werd weer zoals het was. Alleen de rivier de Pactolus, die voert sindsdien nog altijd goudzand mee.

Op een dag was koning Midas, de koning van Phrygië, bekend om zijn domheid en om zijn mooie rozentuinen, te gast bij een muziekwedstrijd. Het was een belangrijke wedstrijd, tussen twee goden: Apollo, de god van kunst en muziek met zijn lier en de herdersgod Pan met zijn panfluit. Tmolus, een riviergod mag de winnaar aanwijzen. Hij wijst Apollo aan als winnaar. Koning Midas is het daar niet me eens, en dat laat hij merken ook. "Boe, boe!" roept hij "Pan was veel beter!" Apollo kijkt verontwaardigd achterom. Wat een onzin. Niemand is beter dan hij, die domme Midas. Snel trekt hij Midas aan zijn beide oren die prompt veranderen in ezelsoren. Zo!

Midas schaamt zich vreselijk. Had hij zich nou maar nergens mee bemoeid! Gelukkig draagt iedereen in zijn koninkrijk, Phrygië, een hoge muts. Koning Midas draagt zijn muts dag en nacht zodat niemand achter het geheim van zijn oren komt. Dat wil zeggen.... bijna niemand: de kapper van de koning wist het natuurlijk wel, dat was onvermijdelijk, maar hij had gezworen het nooit aan iemand te vertellen.

Het kostte de kapper veel moeite zijn grote geheim te bewaren. Op een gegeven moment moest hij het vertellen, hij kon het niet meer voor zich houden. Hij rende buiten de stad, naar de rivier de Pactolus. Daar groef hij snel een kuil. In de kuil fluisterde hij "Midas heeft ezelsoren!" en daarna gooide hij snel de kuil weer dicht. Zo, dat luchtte op, hij was zijn geheim kwijt en niemand zou iets weten.

Na een tijdje begon echter op de plek van de kuil riet te groeien. Steeds als de wind de riethalmen deed ruisen was er gefluister te horen:"Koning Midas heeft ezelsoren !" Binnen de kortste keren kende iedereen in het rijk van Phrygië het geheim van de koning. Razend was hij, hij liet de arme kapper ter dood brengen en trok zichzelf voorgoed terug, diep in zijn paleis, waar hij langzaam wegkwijnde.

Comments


Follow Us
Verhalen

Created by Miki Rigutto

bottom of page